Banner

Samenwerking onderwijs en jeugdhulp

Om alle kinderen en jongeren optimale ontwikkelingskansen te bieden, is samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp nodig. Het Steunpunt Passend Onderwijs werkt samen met partners, zoals het NJi, MAO, de NCJ en de VNG, aan de versterking van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp en het organiseren van jeugdhulp in school.

Op deze pagina vind je informatie, instrumenten en praktijkvoorbeelden over de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp.

icnMeer lezenSluit

Samen leren

Webinars Jeugdhulp in school & Netwerkbijeenkomsten

Over het thema “samenwerking onderwijs en jeugdhulp” organiseert het Steunpunt Passend Onderwijs jaarlijks 2 webinars “jeugdhulp in de school” (zie terugblikken) over diverse thema’s en organiseren we samen met het Netwerk LPO, de sectorraad swv VO, het NJI en de VNG netwerkbijeenkomsten voor samenwerkingsverbanden en gemeenten.

 

 

  • Banner
    Netwerkbijeenkomsten samenwerkingsverbanden en gemeenten

    Tijdens netwerkbijeenkomsten ontmoeten medewerkers van samenwerkingsverbanden en gemeenten elkaar rond gedeelde vraagstukken en actuele thema’s.…

    Lees meer

Banner
Webinar | Jeugdhulp in school

Bekijk terugblik

Veelgestelde vragen

  • In de wet staat dat een onderwijsinstelling geen bekostiging ontvangt voor een leerling wanneer hij vóór 1 oktober meer dan 50% van de onderwijstijd ongeoorloofd verzuimd. Afwijken van de onderwijstijd op grond van de beleidsregel inzake het instemmen met afwijking onderwijstijd (Variawet) is echter geen ongeoorloofd verzuim. Er is voor deze leerling immers (tijdelijk) een ander aantal onderwijsuren vastgesteld.

  • Het komt voor dat ouders hun kind thuis houden uit angst voor corona of omdat ze het onderwijsaanbod niet passend vinden. Uiteraard ga je als school dan eerst met de ouders in gesprek om te proberen samen tot een oplossing te komen.

    Formeel valt het onthouden van onderwijs onder het begrip ‘kindermishandeling’ en onder toepassing van de ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’. De laatste stap van deze meldcode is een melding bij Veilig Thuis.

    Echter, in het ‘Handelingskader kindermishandeling en huiselijk geweld’ staat hierover het volgende: ‘Onderwijsprofessionals moeten ervoor waken dat deze laatste stap uit de meldcode niet te licht wordt genomen. Immers, verschil van inzicht over de onderwijsondersteuningsbehoefte van een kind is niet per definitie een signaal van kindermishandeling. In stap 2 van de meldcode (collegiale consultatie, advies Veilig Thuis of andere deskundige) dient men zich hiervan nadrukkelijk te vergewissen, evenals van de juiste uitvoering van stap 3 (gesprek met de ouders).’

    Ga in deze gevallen  dus niet te snel over tot melding, maar onderzoek de situatie eerst goed wat de situatie is. En in de hierboven genoemde gevallen waarbij er iets anders speelt dan mishandeling of verwaarlozing, vervolgens samen met ouders naar oplossingen te zoeken.

     

  • Er leven veel vragen rond privacy en het delen en verwerken van persoonsgegevens tussen gemeenten, jeugdhulp en samenwerkingsverbanden. Deze verzameling van de veelgestelde vragen geeft antwoorden.

    In deze FAQ staan antwoorden op vragen rond de volgende onderwerpen:

    • Vragen over Convenant
    • AVG, verschillende wetgeving en beroepscodes
    • Vragen over proces en rol ouders

    Privacyconvenant

    Met het Privacy Convenant worden afspraken vastgelegd tussen gemeenten, jeugdhulp en samenwerkingsverbanden over het verwerken van persoonsgegevens van jongeren (en eventueel hun ouders) in de samenwerking tussen deze partijen.

    Privacy tool

    Zoek je andere informatie over privacy en passend onderwijs? Bezoek dan onze digitale privacy tool. De tool is een praktische vertaling van wet- en regelgeving en geeft aan de hand van processtappen een overzicht van de privacyaspecten en veelgestelde vragen.

     

  • Binnen het experiment is het mogelijk om af te wijken van de wettelijke voorschriften omtrent:

    • Onderwijstijd: er geldt geen minimum of maximum aantal uren en er hoeft niet gewerkt te worden met de beleidsregel afwijking onderwijstijd;
    • Inhoud van het onderwijs: er mag afgeweken worden van de kerndoelen binnen het onderwijs;
    • Locatie van het onderwijs: er mag ook onderwijs geboden worden op een zorglocatie;
    • Bekostiging: samenwerkingsverbanden kunnen maximaal 2,5% van hun ondersteuningsbudget flexibel inzetten voor activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg.
  • De jongeren die binnen een onderwijszorgarrangement onderwijs willen gaan volgen op basis van de afwijkingsmogelijkheden uit de experimenteerregeling moeten worden ingeschreven op een school. Het is geen verplichting om álle jongeren binnen een initiatief in te schrijven op een school; zonder inschrijving kunnen zij echter geen gebruik maken van de afwijkingsmogelijkheden uit het experiment.

    Indien een leerling een vrijstelling onder 5a had, dan blijft deze vrijstelling behouden gedurende de looptijd van het experiment. Voor de school geldt een aangepaste zorgplicht als ze deze leerlingen inschrijven. De zorgplicht inzake de inschrijving en verwijdering komt te vervallen. Wanneer leerlingen ingeschreven worden op het praktijkonderwijs, sbo, so of vso, is een tlv voor deze leerling noodzakelijk. Zonder tlv kan een leerling niet ingeschreven worden op een school voor praktijkonderwijs of gespecialiseerd onderwijs.

  • Eén van de doelstellingen van het experiment is dat samenwerkingsverbanden meer ruimte krijgen om hun budget in te zetten voor activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg. Dit betreft 2,5% van het totale bruto-budget van het samenwerkingsverband (dit is het budget vóór aftrek van de TLV). Wanneer de leerling wordt ingeschreven in het speciaal onderwijs, wordt voor de leerling een TLV afgegeven. Deze middelen, die het speciaal onderwijs ontvangt vanuit de TLV zelf, kunnen niet ‘flexibeler’ worden ingezet.

    Er zijn diverse scenario’s om in het experiment tot bekostiging van het onderwijs te komen, bijvoorbeeld:

    1. Gebruik maken van de basisbekostiging (bij de school) voor de leerlingen in het arrangement en dit budget benutten om het onderwijs binnen de OZA te financieren. Met het SWV kunnen vervolgens afspraken worden gemaakt over aanvullende inzet vanuit de 2,5% flexibele ruimte, waar dit nodig is om activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg te bekostigen. Eventueel kan besloten worden om het TLV-deel vanuit de school weer terug te storten naar het samenwerkingsverband.
    2. Gebruik maken van de basisbekostiging en een deel van de TLV-middelen (beide vanuit de school). Uit deze middelen kan bijv. een docent voor enkele dagen per week op het initiatief worden ingezet. Resterende TLV-middelen worden teruggestort aan het SWV. Ook dan kunnen met het SWV afspraken worden gemaakt over aanvullende inzet vanuit de 2,5%, waar dit nodig is om activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg te bekostigen.
    3. Gebruik maken van de basisbekostiging en de volledige TLV-bekostiging, eventueel aangevuld met middelen uit de 2,5% op het gebied van onderwijs en zorg.
  • Wanneer leerlingen ingeschreven worden op het praktijkonderwijs, sbo, so of vso, is een tlv voor deze leerling noodzakelijk. Zonder tlv kan een leerling niet ingeschreven worden op een school voor praktijkonderwijs of gespecialiseerd onderwijs. Wel kan er tussen school en samenwerkingsverband worden afgesproken dat de middelen behorende bij de tlv worden teruggestort aan het samenwerkingsverband. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om leerlingen in te schrijven in het regulier onderwijs en met het samenwerkingsverband apart afspraken te maken over aanvullende ondersteuning.

  • Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen individuele arrangementen en het initiatief die gebruik wil maken van de afwijkingsmogelijkheden. Het is wel de bedoeling dat het initiatief uiterlijk per januari 2023 gestart is, maar leerlingen (met een individueel arrangement) kunnen gedurende de looptijd in- en uitstromen en dus op elk moment starten.

  • De aanvraag voor deelname aan de Experimenteerregeling Onderwijs-zorgarrangementen kan tussen 22 mei en 31 juli 2023 worden ingediend. Hiervoor zal op de website van DUO een aanmeldpagina komen.

  • De samenwerkingsovereenkomst kent geen vast format. Van de samenwerkende partijen wordt verwacht dat zij een samenwerkingsovereenkomst opstellen waarin de gemaakte afspraken over de nadere invulling van de samenwerking genoteerd worden. De samenwerkingsovereenkomst moet in ieder geval bestaan uit de onderstaande punten:

    • Contactgegevens samenwerkende partijen
    • Een omschrijving van hoe de financiering van het onderwijszorgarrangement vormgegeven zal worden. Hierbij zouden de volgende onderdelen aan bod moeten komen:
      • Bekostiging van het onderwijs
      • De financiering van de zorg
      • De financiering van kosten die verband houden met zowel onderwijs als zorg
    • Een omschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen in het onderwijszorgarrangement, waarbij ingegaan wordt op wie in welke gevallen de regie voert over de begeleiding van de jongeren in het onderwijszorgarrangement.
    • Overige gemaakte afspraken tussen de betrokkenen
    • Handtekening van alle betrokkenen

    Het ministerie van OCW heeft wel een voorbeeld beschikbaar gesteld. Dit voorbeeld vind je in de handreiking samenwerkingsovereenkomst experimenteerregeling onderwijszorgarrangementen. Dit is geen voorschrijvend format. Hier mag van afgeweken worden.

  • De jongeren die binnen een onderwijszorgarrangement onderwijs willen gaan volgen op basis van de afwijkingsmogelijkheden uit de experimenteerregeling moeten worden ingeschreven op een school. Het is geen verplichting om alle jongeren binnen een initiatief in te schrijven op een school. Zonder inschrijving kunnen zij echter geen gebruik maken van de afwijkingsmogelijkheden uit het experiment. Indien een leerling een vrijstelling onder 5a had, dan blijft deze vrijstelling behouden gedurende de looptijd van het experiment. Voor de school geldt een aangepaste zorgplicht als ze deze leerlingen inschrijven. De zorgplicht inzake de inschrijving en verwijdering komt te vervallen. Wanneer leerlingen ingeschreven worden op het praktijkonderwijs, sbo, so of vso, is een tlv voor deze leerling noodzakelijk. Zonder tlv kan een leerling niet ingeschreven worden op een school voor praktijkonderwijs of gespecialiseerd onderwijs.

  • Het experiment heeft een looptijd van vijf jaar, tot januari 2028. Gedurende het experiment wordt de voortgang gemonitord en wordt parallel gewerkt aan het aanpassen van de wet- en regelgeving om de afwijkingsmogelijkheden (indien effectief) ook structureel mogelijk te maken.

  • Wanneer leerlingen ingeschreven worden op het praktijkonderwijs, sbo, so of vso, is een tlv voor deze leerling noodzakelijk. Zonder tlv kan een leerling niet ingeschreven worden op een school voor praktijkonderwijs of gespecialiseerd onderwijs. Wel kan er tussen school en samenwerkingsverband worden afgesproken dat de middelen behorende bij de tlv worden teruggestort aan het samenwerkingsverband. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om leerlingen in te schrijven in het regulier onderwijs en met het samenwerkingsverband apart afspraken te maken over aanvullende ondersteuning.

  • In het experimenteerbesluit Onderwijszorgarrangementen (OZA) wordt niet afgeweken van de wettelijke regels rond examens. Het bestaande systeem ten aanzien van examens blijft gelden. Dat betekent dat het afhankelijk is van de school waar de leerlingen uit het onderwijszorgarrangement staan ingeschreven of staatsexamens mogen worden ingezet. Als het gaat om een vso-school bestaat deze mogelijkheid, tenzij de vso-school een examenlicentie heeft of samenwerkt met een vo-school of vavo t.b.v. het eindexamen. Wanneer een leerling op een reguliere vo-school staat ingeschreven dan is het in principe niet mogelijk om het staatsexamen af te nemen.