Banner

In Zo doen zij dit, laten we de professionals uit de praktijk aan het woord. Onderwerpen over de weg naar passend en inclusief onderwijs en alles daartussen. Er wordt belicht wat er goed gaat, maar ook waar de leerpunten liggen. Via deze verhalen hopen wij vanuit Steunpunt Passend Onderwijs (SPO) anderen in het werkveld te inspireren.

In deze Zo doen zij dit aandacht voor het schoolondersteuningsprofiel (SOP) in de schoolgids; het aangenomen wetsvoorstel treedt per 1 augustus 2025 in werking. Bij stichting Boor en de daarbij horende Nelson Mandelaschool te Rotterdam, zijn ze hier al mee begonnen. Aan het woord zijn; intern begeleiders Sanaa Ghilal (Intern begeleider gr. 1 t/m 3), Stephen Jaddoe, (Intern begeleider gr. 4 t/m 8) en Sanne Vreugdenhil, projectleider jonge kind en adviseur Passend Onderwijs bij Stichting Boor.

 

Wat was voor jullie de aanleiding voor een andere invulling van het SOP?

Sanne: Toen ik begon bij Stichting Boor als adviseur passend onderwijs, bleek het SOP een punt te zijn om aan te werken. Vaak door een IB-er geschreven, maar niet gedragen of geborgen door het team. Intern was net besloten dat alle scholen in Vensters de schoolgids maakten. Daarom was het een logische stap het SOP ook in Vensters te zetten. We deden mee met de werkgroep SOP als levend document. Een tijdelijke werkgroep, in het leven geroepen door het SPO. Hierin zaten diverse partijen; vertegenwoordigers van samenwerkingsverbanden, oudervertegenwoordigers onderwijs, intern begeleiders en schoolbesturen.

Sanaa: Wij draaiden mee in de pilot,  met schrijfsessies voor het SOP binnen Vensters. Eerst was het SOP een los document, waar niet snel naar werd gegrepen. Door het SOP in Vensters te verwerken, komt het nu direct in de schoolgids terecht. Als er dan een bepaalde casus is, denk je meteen: “Wat hebben we hierover geschreven in ons SOP?” Het is meer een levend document geworden.

Sanne: De schrijfsessies die Sanaa noemt, waren in samenwerking met het Steunpunt Passend Onderwijs en Vensters. De focus lag op: Hoe schrijf je goede korte zinnen, actieve zinnen. Ook positief taalgebruik was belangrijk.

Sanaa: Vroeger stond er vooral in wat we niet konden bieden. In die schrijfsessies moesten we nadenken over hoe verwoord je wat je wél kan. Een voorbeeld is: ‘Wij kunnen niet gedurende de hele dag één op één begeleiding bieden aan uw kind’. Maar wat kunnen we wél? Wij kunnen lesgeven in niveaugroepen; basis, verdieping en intensieve aanpak. We clusteren kinderen naar onderwijsbehoefte. Dat schrijf je dan op. Je gaat positiever denken. We kunnen al veel, dat laten we zien.

 

Wat zijn de voordelen van deze manier van werken met het SOP?

Sanne: In de werkgroep Levend SOP spraken we met doelgroepen uit het hele land. Dit leverde op dat we dezelfde taal gingen spreken. Positief taalgebruik. Er bestaan soms best verschillende waarheden over het SOP of het OPP. Wat is het nu eigenlijk precies? Door er met elkaar het goede gesprek over te hebben, zie je dat het een soort grote gemene deler is. Het was echt van meerwaarde om er zo met elkaar naar te kijken.

Sanaa: Een voordeel van SOP in de schoolgids is, dat het nu jaarlijks wordt vastgesteld. Bij bepaalde casussen van het afgelopen schooljaar ga je kritisch nadenken over de inhoud. Kunnen wij dit eigenlijk nog wel bieden? Het houdt je scherp.

Stephen: Het is belangrijk dat we dan weer in overleg gaan met de MR om ons SOP opnieuw vast te stellen. Maar dit zorgt ook voor een stukje transparantie. Wat erin staat wordt gecommuniceerd naar alle ouders toe.

Sanne: Ik denk ook dat er door die jaarlijkse check een betere verbinding kan gaan komen tussen het SOP en het OPP. Als je bewuster bent wat je aan hulp kan bieden, weet je ook wat nog niet lukt. Dit staat in relatie met je OPP, wat je daarin aan extra ondersteuning hebt beschreven.

 

Wat zijn of waren knelpunten?

Sanne: De essentie weergeven en er geen proza van maken. Jullie moesten toch dingen inkorten omdat je in Vensters minder tekst kwijt kan? Je moet je tot de kern beperken. Ouders moeten het kunnen begrijpen. Aan de hand van wat ze lezen bepalen ze of het een passende plek is voor hun kinderen.

Sanaa: Ja, maar we vonden het wel lastig om in weinig worden te beschrijven wat we kunnen bieden aan extra ondersteuning.

Stephen: Een wens is daarom nog, dat er één vast format zou zijn met wat scholen echt zouden moeten bieden. Dat je dat dan kunt aanvullen. Dat scheelt veel werk.

Sanne: Er zouden wel wat standaardzinnen in kunnen zitten… Alleen kan dat pas als de basisondersteuning landelijk is vastgesteld. Nu is dit nog bij elk samenwerkingsverband verschillend. Dan krijg je meer uniformiteit en is het voor ouders meer vergelijkbaar.

Stephen: Een heel ander knelpunt zijn de bezuiniging in de zorg, dat zorgt bij ons voor meer problematiek in de klas en druk op leerkrachten. Daarnaast speelt natuurlijk het lerarentekort. In ons SOP staat een plusklas. Het eerste wat je doet bij uitval, is zorgen dat de groepen blijven draaien. Dan gaat de plusklas gewoon even niet lukken.

Sanaa: Wat me ook opvalt is dat ouders soms denken dat alles wat in het SOP staat ook ingezet wordt bij hun kind. Maar we maken keuzes, passend bij de situatie. Dit kunnen we bij de start van het jaar nog beter communiceren.

 

Hoe houden jullie de leerkrachten betrokken?

Sanaa: We hebben nu de basis gelegd, deze is vooral vanuit directie en internbegeleiders opgebouwd. We hebben wel leerkrachten laten aansluiten, als het hoorde bij hun taken of groepen. Die betrokkenheid is wel waar we meer naartoe willen, dat we het samen met het team maken.

Sanne: Er ligt nu een mooie kans. Het SOP stel je nu jaarlijks vast, dus wat je hebt kun je bespreken in het team. Neem een casus en kijk of deze goed is beschreven. Ga hierover in gesprek en bedenk, waar moet het SOP worden aangescherpt?

Sanaa: Veiligheid is bijvoorbeeld lastig te bepalen in een SOP. Wanneer is iets veilig en wanneer niet meer. Ik heb toevallig nu zo’n ingewikkelde casus…

Sanne: Dat is mooi om te bespreken! Stel een kleuter gooit met spullen door de klas. Dat is natuurlijk onveilig. Maar wanneer ben je dan handelingsverlegen? Heb je al extra ondersteuning geboden? Je moet naar mijn mening eerst iets gedaan hebben om te kijken of je het gedrag kan veranderen. Je kan niet gelijk zeggen: ‘Dit is mijn grens.’

 

Wat willen jullie nog meegeven aan andere scholen?

Sanne: De bestuursvisie op inclusie wordt bij ons waarschijnlijk einde schooljaar vastgesteld. Dan gaan passend onderwijs, SOP en inclusie op elkaar inwerken. Als het goed is, wordt je steeds beter in wat je doet. Dan ga je nadenken; waarin willen wij stappen maken in het SOP? Welke ambitie hebben wij? Deze focus kan ambitie bij leraren versterken. Misschien wil een leerkracht een opleiding volgen of doe je een scholing met het team.

Stephen: Het SOP moet je inderdaad bespreken met je team. In mei is denk ik handig, want het SOP wordt vaak in juni of juli vastgesteld. Dit moet dan wel vast op de jaarplanning komen te staan, want er gebeurt zoveel in een jaar.

Sanne: Dat evaluatiemoment kan jullie ook ontlasten. Als je een open gesprek hebt over het SOP, kan een leraar aangeven: ‘Dit lukt mij nu nog niet voldoende of ik vind dit moeilijk.’ Hierop kan je gerichte professionalisering zetten, zo zorg je dat het team blijft door ontwikkelen.

Sanaa: Veel scholen schrijven over wat ze niet kunnen bieden, maar bedenk dus juist wat er wél kan.

 

Bedankt voor het delen van jullie ervaringen! Ook een inspirerend verhaal om te delen? Laat het ons weten via m.zandbergen@poraad.nl

In 2022 hebben team Vensters en het Steunpunt Passend Onderwijs in samenwerking met een werkgroep van onderwijsprofessionals de indicator ‘Extra ondersteuning van leerlingen’ vernieuwd. Deze stap is genomen in anticipatie op de aankomende wetswijziging die vereist dat het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) in de schoolgids wordt opgenomen.

De indicator ‘Extra ondersteuning van leerlingen’ bevat verschillende onderdelen die scholen verplicht moeten invullen om de schoolgids via Vensters te kunnen publiceren.

Deze onderdelen omvatten diverse aandachtsgebieden, zoals onder andere Taal en Rekenen en Sociaal-emotionele ontwikkeling. Scholen kunnen aangeven welke specialisten zij in huis hebben en bij elk onderdeel een toelichting geven. Door de verplichte onderdelen in de indicator goed te vullen en de extra ondersteuning te beschrijven voldoe je aan de eisen die de wet stelt aan het SOP. Scholen die lid zijn van de PO-Raad kunnen een (gratis) Vensters account aanvragen door op de knop ‘Account aanvragen’ te klikken. Vensters – inloggen.

Daarnaast bevat de indicator ‘Algemene gegevens school’ informatie over het samenwerkingsverband waartoe de school behoort.

Tot slot, Vensters is een dynamisch systeem dat voortdurend wordt bijgewerkt om te voldoen aan veranderende wettelijke eisen en de wensen van gebruikers. Zodra er nieuwe eisen voor de schoolgids na de wetswijziging bekend zijn, zal Vensters dienovereenkomstig worden aangepast.