In Zo doen zij dit, laten we de professionals uit de praktijk aan het woord. Onderwerpen over de weg naar passend en inclusief onderwijs en alles daartussen. Er wordt belicht wat er goed gaat, maar ook waar de leerpunten liggen. Via deze verhalen hopen wij vanuit Steunpunt Passend Onderwijs anderen in het werkveld te inspireren.
In deze Zo doen zij dit een samenwerking tussen drie partijen met één doel; voorkomen dat jongeren uitvallen op school en (te snel) doorstromen naar specialistische GGZ. In de gemeente Dronten werken de gemeente, vo scholen en Intraverte samen om dit te voorkomen. Aan het woord zijn; Anneke Schilstra beleidsmedewerker bij de Gemeente Dronten, Renate Ehlting – de Vries zorgcoördinator bij Het Almere College en Frans Koornberg initiatiefnemer van Intraverte, aanbieder basis GGZ in Dronten.
Hoe is het allemaal begonnen?
Anneke Schilstra: ‘In de praktijk bleek dat er nauwelijks kinderen in de basis GGZ terecht kwamen en dat jongeren veelal direct verwezen werden naar specialistische GGZ. Daarnaast was er een toename van zwaardere problematiek onder jongeren, tekort aan personeel en corona. Je kon ook moeilijk afschalen, omdat er niets was om naar af te schalen. Hierdoor liep de doorstroom vast. We hebben toen ingestoken op een drietal projecten; het fysiek op school aanwezig zijn met GGZ op het VO, de Basis GGZ voor jongeren die iets meer nodig hebben en POH GGZ Jeugd, via een verwijzing van de huisarts. Ons belangrijkste doel was om laagdrempeliger, korter en sneller in te kunnen spelen op zorgvragen.’
Frans Koornberg: ‘Wij zagen in het voorveld een hogere instroom van kinderen met zwaardere problematiek. Het doorverwijzen was heel lastig. We kregen kinderen ook weer terug in het voorveld. Daarnaast zagen we een behoorlijke toestroom van kinderen tussen de 12 en 17 jaar. Het begon voor corona een beetje, maar tijdens en na corona nam dat echt toe.’
Renate Ehlting – de Vries: ‘Eigenlijk begon dit verhaal eerder. Met de nieuwe jeugdwet in 2015 en Passend Onderwijs. Gemeente Dronten vroeg aan scholen: Hoe kunnen wij dit samen doen? Ik vond dit initiatief fantastisch, je mocht meedenken met wat echt nodig is. We hebben toen schoolmaatschappelijk werkers gekregen, het product Sterker op school en GGZ op school. Bij deze GGZ op school zaten we al later in het proces, leerling met depressieve gedachten en uitspraken bijvoorbeeld. Er kwam ook een toename, de problematiek werd anders, corona kwam… Er moest iets gebeuren. Toen is de samenwerking gezocht met Intraverte.
Hoe startte en werkt deze samenwerking?
Frans Koornberg: ‘Als alles doorschuift naar de specialistische GGZ, kost dat geld. En kinderen moeten gewoon eerder geholpen worden. Ik gaf bij de gemeente aan; wij zitten tussen wat school heeft en wat jeugdzorg kan bieden. Want jeugdhulp kan leuker, beter en goedkoper, als je er anders mee omgaat. We bedachten in gezamenlijkheid een plan van aanpak.’
Anneke Schilstra: ‘Intraverte is nu ingezet op GGZ op het VO en op de Basis GGZ. Daartussen kan geschakeld worden. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden om ondersteuning op school in te zetten vanuit GGZ op het VO. Er is geen overdracht nodig, geen nieuwe partij waarmee je in zee gaat. Dit is ook clientvriendelijker en efficiënter voor de jongeren. Daarnaast helpt het dat Intraverte drie uur per week op school aanwezig is. Zichtbaarheid zorgt voor sneller schakelen, tussen leerlingen, ouders en docenten. De lijntjes zijn sowieso kort, we monitoren gezamenlijk; de scholen, gemeente en Intraverte.’
Renate Ehlting – de Vries: ‘Ik was eerst sceptisch. Ik vond de problematiek erg groot, dus ik wilde zwaardere hulp krijgen. Ik vergat de kracht van preventieve inzet. Daarnaast kunnen we op school ook andere vragen neerleggen of Frans spontaan laten meekijken. Wat ziet hij vanuit zijn expertise dat er hier gebeurt? Hij ziet dit vanuit een andere bril dan de docent. Zo kunnen we nóg sneller handelen, eigenlijk pre-preventief.’
Welke partijen zijn erbij betrokken?
Anneke Schilstra: ‘Onze twee vo scholen Het Almere College en het Ichthus College Dronten werken met Intraverte. Ik ben betrokken als de contactpersoon voor jeugdhulp bij de gemeente, maar ik werk ook nauw samen met mijn collega van onderwijs.’
Renate Ehlting – de Vries: ‘Ik wilde er echt een psycholoog bij. Dat bood me veiligheid. Ik wilde gewoon iemand die voor ons gaat beoordelen of de leerling niet suïcidaal is. Maar eigenlijk zijn we daar nu niet meer zo mee bezig. Soms zijn deze casussen er nog, maar we zijn die situatie nu vaak voor.’
Frans Koornberg: ‘Het is bij ons efficiënt ingeregeld. We zijn met een GZ Psycholoog, orthopedagoog en twee Psychomotorische therapeuten (PMT’ers). Hiermee verdelen we de uren. Bovendien hebben we mannen en vrouwen in ons team, omdat het belangrijk is dat je kan schakelen. Soms past een leerling namelijk beter bij een man en soms beter bij een vrouw.’
Wat heb je ervoor nodig?
Frans Koornberg: ‘Veel jongeren hebben last van socialisatie problemen, trekken zich terug of gaan juist de confrontatie aan. Ze missen de vaardigheden om op de juiste wijze contact te maken. Maar ze missen ook de vaardigheden om op tijd te luisteren naar hun lijf. Dan krijg je lichamelijke klachten en ga je negatief denken. Het is een glijdend proces. We maken leerlingen steeds bewust van de keuzemogelijkheid die je hebt. Kies ik voor mezelf of kies ik voor het meedoen met de groep? Verantwoordelijkheid nemen en regie nemen op je eigen welbevinden. Wij werken via een lichaamsgerichte en ervaringsgerichte werkwijze. Wij gaan niet met een jongere zitten aan een tafel en praten. We gaan bewegen, zoals kickboksen of op de fitnessapparaten. Opzoek naar de verbinding tussen lijf en hoofd. Bewegen is de weg en daarbij het vertrouwen opbouwen. Een ruimte om dit te doen, is dus wel nodig.’
Renate Ehlting – de Vries: Op school zijn we van het praten. Leerlingen hebben sowieso allemaal gesprekken met hun coach. Ook als je bij schoolmaatschappelijk werk komt ga je in gesprek. Alleen zijn er ook leerlingen die daar niets mee kunnen. Bewegen, op een andere manier bezig zijn met je spanning en je gedachten, helpt enorm. In eerste instantie reageerde ik op de gymzaal die ze nodig hadden met: Ja, dat kan toch niet! Maar als je ziet wat het nu oplevert…’
Anneke Schilstra: ‘We denken ook na over hoe we middelen zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten. Een psycholoog kost veel geld en je hebt één zak geld beschikbaar. Hoe zetten we de psycholoog efficiënt in en bij welk gesprek? Daarnaast zijn korte lijntjes echt nodig. Nu GGZ op het VO n de basis GGZ onder Intraverte vallen… tja, hoe kort wil je het lijntje hebben?
Wat maakt dit tot een succes, waar ben je trots op?
Renate Ehlting – de Vries: ‘Er waren veel leerlingen met spanning en stressklachten. Dit kan zich lichamelijk zo uiten, dat ze niet meer naar school kunnen. Dan zit je al in het laatste stukje. Het mooie van het project met Intraverte is, dat we er nu al eerder bij zijn, we proberen het te voorkomen. Daarnaast lopen mensen van Intraverte en schoolmaatschappelijk werkers in onze school. Ze horen erbij. Het is niet raar.’
Anneke Schilstra: ‘Als we zeggen: je hebt met de psycholoog of PMT-er gepraat, zeggen leerlingen: Nee hoor, ik heb gewoon een gesprekje met Frans of Daniek gehad. Het wordt meer genormaliseerd, niet geproblematiseerd. Een ander succes is, dat binnen een half jaar ongeveer al het aantal jongeren zijn geholpen waar we afspraken over hadden gemaakt voor een jaar. Daar moeten we nu opnieuw naar kijken.’
Frans Koornberg: ‘Dat je tussentijds kan bijschakelen zowel in zorgzwaarte maar ook in praktischer en organisatorische zin, dat is wel echt een succes in hoe we dit aanvliegen.’
Anneke Schilstra: ‘Ja, alleen de begroting ligt vast. Halfjaarlijks bijschakelen is lastig. Want wat we hieraan uitgeven, kan niet ergens anders heen. Maar dit is succesvol, soms moet je je nek durven uitsteken voor iets wat succesvol is. Het veld, de scholen en de gemeente, wij steken alle drie onze nek uit om dit te realiseren.’
Frans Koornberg: ‘Ja, we proberen allemaal bij te dragen, met een gemeenschappelijk doel. Ook ik moet flexibel zijn als zorgverlener met mijn drie uur. Bijvoorbeeld een groepje maken als dit beter is voor een kind of het de druk in de situatie verlicht. Er is ook een vangnet. In principe zien we de jongere negen keer, maar ze kunnen weer contact opnemen. Overigens is het idee dat je van een vangnet gebruik kunt maken vaak al genoeg.’
Wat waren de hobbels en waar liggen groeipunten?
Renate Ehlting – de Vries: ‘Voor ons is een groeipunt: Hoe gaan we de docenten meenemen in wat Intraverte aanbiedt? Zodat zij ook zien, wat gebeurt hier nou?’
Anneke Schilstra: ‘Ik heb niets concreets, maar dat betekent niet dat ik denk dat we er nu zijn. Twee keer per jaar evalueren op concrete indicatoren is belangrijk. Is het voldoende ingebed? En naast harde cijfers, hoeveel bereik je? Wat is de kwaliteit? Wat komen we tegen? Wat kan er beter, efficiënter? Kritisch blijven. Het gaat eigenlijk ontwikkelingsgewijs.’
Wat wil je vooral nog meegeven aan de lezers?
Anneke Schilstra: ‘Sinds dat Intraverte vorig jaar begonnen is, is er 28% minder instroom in de specialistische GGZ dan de gemiddelde instroom per jaar in de voorgaande jaren. Dat hoeft niet automatisch te betekenen dat het bedrag ook met 28% daalt. Omdat de jongeren die wel gaan, langer blijven met zwaardere problematiek. Maar de winst is er natuurlijk wel, er zijn 28% minder jongeren met een zwaardere problematiek. Verder wil ik meegeven dat het vertrouwen in elkaar belangrijk is. We doen wat er gedaan moet worden. Daarnaast durven we kritische vragen te stellen aan elkaar, dat kan als je elkaar vertrouwt.’
Frans Kroonberg: ‘Daar sluit ik me bij aan. De basis is, maak heldere afspraken binnen wat kan en vertrouw elkaar.’
Renate Ehlting- de Vries: ‘Ja, we hebben hetzelfde voor ogen en daar hebben we een opdracht in. Het welzijn van het kind, vanuit school, de gemeente en Intraverte. En verder? Steek je nek uit. Gaat er iets mis, dan stel je bij. Achter de tekentafel blijven zitten helpt niet, ga het gewoon doen.’
Anneke, Frans en Renate, bedankt voor dit inspirerende verhaal! Ook een inspirerend verhaal om te delen? Laat het ons weten via m.zandbergen@poraad.nl